French
Detailed Translations for faire feu from French to Dutch
faire feu: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- feu: brand; vuur; fik; stoplicht; verkeerslicht; haardvuur; schieten; vuren; passie; overgave; hartstocht; vurigheid; hartstochtelijkheid; vuurtje; kracht; warmte; hitte; intensiteit; gloed; hevigheid; felheid; heftigheid; enthousiasme; bezieling; geestdrift; bevlogenheid; zaliger; vuurzee; vlammenzee
Spelling Suggestions for: faire feu
Wiktionary Translations for faire feu:
External Machine Translations:
Related Translations for faire feu
Dutch
Suggestions for faire feu in Dutch
Spelling Suggestions for: faire feu
External Machine Translations: