Summary
French to Dutch: more detail...
-
apprendre par l’expérience:
-
Wiktionary:
apprendre par l’expérience → ondergaan
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for apprendre par l’expérience from French to Dutch
apprendre par l’expérience: (*Using Word and Sentence Splitter)
- apprendre: leren; verwerven; aanleren; opsteken; oppikken; eigen maken; horen; vernemen; te horen krijgen; kennis opdoen; meekrijgen; meepikken; vinden; ontdekken; onderwijzen; bijbrengen; gewend raken; aanwennen; eigenmaken; instuderen; vertellen; zeggen; beschrijven; uiteenzetten; verhalen; mededelen; achter komen; doceren; onderrichten; leerstof erin stampen
- apprendre à: bijleren
- par: om; vanwege; wegens; door; door middel van; middels; bij; via; ter; in; te
- paré: versierd; gedecoreerd; opgesmukt; opgesierd
- expérience: ervaring; meemaken van een gebeurtenis; praktijk; routine; belevenis; ondervinden; ondervinding; proef; beleving; experiment; proefneming; bevinding; poging; inspanning; enthousiasme; bezieling; geestdrift; bevlogenheid
Wiktionary Translations for apprendre par l’expérience:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• apprendre par l’expérience | → ondergaan | ↔ undergo — to experience |
External Machine Translations: