French
Detailed Translations for avoir honte from French to Dutch
avoir honte: (*Using Word and Sentence Splitter)
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- honte: schaamte; schaamtegevoel; beschaamdheid; spot; sarcasme; ironie; gespot; hoon; bespotting; spotternij; schandaal; schanddaad; schandelijkheid; schandalig gedrag; schandaaltje; schandelijke daad; scandaleuze daad; schandaleuze daad; scandaleusheid
Wiktionary Translations for avoir honte:
avoir honte
verb
-
schaamte voelen