Summary
French to Dutch: more detail...
-
foyer:
- haard; stookplaats; vuurhaard; haardstee; haardstede; huis; verblijf; residentie; woning; woonhuis; thuis; focus; brandpunt; foyer; koffiekamer; haardvuur; stookgelegenheid; eigen haard; brandhaard; salon; receptiekamer; hal; ontvangstruimte; accommodatie; verblijfplaats; huisvesting; onderdak; behuizing; onderkomen; kwartier; tehuis; fornuis; stookinrichting; broeinest; opvangcentrum; hospitium; asiel
-
Wiktionary:
- foyer → haard, haardstede, open haard, stookplaats, vuurhaard, gastgezin, tehuis
- foyer → centrum, open haard, brandpunt, focus, studentenflat, haard
Dutch to French: more detail...
French
Detailed Translations for foyer from French to Dutch
foyer:
-
le foyer (cheminée; âtre)
-
le foyer (habitation; résidence; maison; logement; domicile; demeure; chez-soi; logis; maison d'habitation)
-
le foyer (centre)
-
le foyer (cafétéria; buvette; fumoir; bar)
-
le foyer (feu)
-
le foyer
-
le foyer
-
le foyer (foyer d'incendie; départ de feu)
-
le foyer (accueil; salon; entrée; pièce de réception; halle; réception; hall; grande salle)
-
le foyer (hébergement; accommodation; logement; domicile; habitation; abri; gîte; hospice; maison d'accueil)
de accommodatie; de verblijfplaats; de huisvesting; het onderdak; de behuizing; het onderkomen; het kwartier; het tehuis -
le foyer (fourneau; four; plaque de cuisson; plaque chauffante; réchaud électrique; cuisinière)
-
le foyer (couvoir)
-
le foyer (centre d'accueil; asile; refuge; abri; hospice; maison d'accueil)
Translation Matrix for foyer:
Synonyms for "foyer":
Wiktionary Translations for foyer:
foyer
Cross Translation:
noun
foyer
-
âtre, lieu où se fait le feu.
- foyer → haard; haardstede; open haard; stookplaats; vuurhaard; gastgezin
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• foyer | → centrum | ↔ center — place where a function or activity occurs |
• foyer | → open haard | ↔ fireplace — an open hearth for holding a fire |
• foyer | → brandpunt; focus | ↔ focus — in optics |
• foyer | → brandpunt; focus | ↔ focus — in mathematics |
• foyer | → studentenflat | ↔ hall — building providing student accommodation |
• foyer | → haard | ↔ hearth — Floor of fireplace |
• foyer | → focus; brandpunt | ↔ Fokus — Optik: Punkt, in dem sich achsenparallel einfallende Strahlen nach der Brechung durch eine Linse bzw. Reflexion durch einen Hohlspiegel schneiden |
Related Translations for foyer
Dutch
Detailed Translations for foyer from Dutch to French
foyer:
-
de foyer (koffiekamer)
Translation Matrix for foyer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bar | foyer; koffiekamer | bar; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; espressobar; knijp; koffiehuis; koffieshop; kroeg; lokaliteit; lunchlokaliteit; lunchroom; spon; tap; tapkast; tapperij; taveerne; theehuis; toog; uitspanning |
buvette | foyer; koffiekamer | bar; buffet; drankbuffet; koffiehoek; spon; tap; tapkast; toog; uitspanning |
cafétéria | foyer; koffiekamer | cafetaria; coffeeshop; frituur; koffietent; patatkraam; snackbar |
foyer | foyer; koffiekamer | accommodatie; asiel; behuizing; brandhaard; brandpunt; broeinest; eigen haard; focus; fornuis; haard; haardstede; haardstee; haardvuur; hal; hospitium; huis; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; ontvangstruimte; opvangcentrum; receptiekamer; residentie; salon; stookgelegenheid; stookinrichting; stookplaats; tehuis; thuis; verblijf; verblijfplaats; vuurhaard; woning; woonhuis |
fumoir | foyer; koffiekamer | rokerij; rookhok; rookkamer |