French

Detailed Translations for bureaux from French to Dutch

bureaux:

bureaux [le ~] noun

  1. le bureaux (immeuble de bureaux)
    het kantoor; het kantoorgebouw
  2. le bureaux (entreprises; pupitres; tables de travail)
    de bedrijven; de bureaus
  3. le bureaux (agence; services; offices; secrétariats)
    de kantoren; de bureaus
  4. le bureaux (tables de travail; pupitres; secrétaires)
    de bureaus; de schrijftafels; de schrijfbureaus
  5. le bureaux (cabinets de travail; cabinets d'étude)
    de werkkamers; de studeerkamers; de studeervertrekken
  6. le bureaux (secrétariats)
    de secretariaten
  7. le bureaux (instituts; services; institutions; offices)
    de instituten; de diensten; de bureaus
  8. le bureaux (tables de travail)
    de werktafels

Translation Matrix for bureaux:

NounRelated TranslationsOther Translations
bedrijven bureaux; entreprises; pupitres; tables de travail
bureaus agence; bureaux; entreprises; institutions; instituts; offices; pupitres; secrétaires; secrétariats; services; tables de travail
diensten bureaux; institutions; instituts; offices; services service
instituten bureaux; institutions; instituts; offices; services
kantoor bureaux; immeuble de bureaux
kantoorgebouw bureaux; immeuble de bureaux
kantoren agence; bureaux; offices; secrétariats; services
schrijfbureaus bureaux; pupitres; secrétaires; tables de travail
schrijftafels bureaux; pupitres; secrétaires; tables de travail
secretariaten bureaux; secrétariats
studeerkamers bureaux; cabinets d'étude; cabinets de travail
studeervertrekken bureaux; cabinets d'étude; cabinets de travail
werkkamers bureaux; cabinets d'étude; cabinets de travail
werktafels bureaux; tables de travail

Synonyms for "bureaux":


Related Translations for bureaux