Summary
French to Dutch: more detail...
-
favori:
- favoriete; dierbaar; lievelings; geselecteerd; verkoren; toegenegen; favoriet; het meest gewild; lief; geliefd; bemind; gezocht; gewild; veelgevraagd; begeerd; preferent
- lieveling; favoriet; gunsteling; gunstelinge; kanshebber; uitverkorene; verkozene; geprefereerde; geliefde personen; oogappels; troetelkind; troeteltje; hartekind
-
Wiktionary:
- favori → geliefkoosd, uitverkoren
- favori → bladwijzer, geliefkoost, lievelings-, favoriet
French
Detailed Translations for favori from French to Dutch
favori:
-
favori (bien-aimé; cher; chéri; sélectionné; primé; privilégié; prédestiné; dévoué à; élu; exclusif)
favoriete; dierbaar; lievelings; geselecteerd; verkoren; toegenegen-
favoriete adj
-
dierbaar adj
-
lievelings adj
-
geselecteerd adj
-
verkoren adj
-
toegenegen adj
-
-
favori (préféré; le plus en vogue; le plus demandé; le plus voulu)
-
favori (bien aimé; chéri; chère; cher; en vogue; affectueux; avec affection; affectionné; populaire; dévoué à; recherché)
lief; dierbaar; toegenegen; geliefd; bemind-
lief adj
-
dierbaar adj
-
toegenegen adj
-
geliefd adj
-
bemind adj
-
-
favori (désiré; voulu; en vogue; demandé; désirable; populaire; aimé)
-
favori (préféré)
-
le favori (préféré; protégé)
-
le favori (préféré)
de gunstelinge -
le favori (candidat préféré)
-
le favori (élue; préféré)
-
le favori (préféré; personne de prédilection)
-
le favori (préféré; chéri; chouchou)
het troetelkind -
le favori (enfant préféré; chérie; petit chou; petit coeur; chou; trésor; chéri; favorite)
het troeteltje -
le favori (enfant préféré; petit coeur)
-
le favori
Translation Matrix for favori:
Synonyms for "favori":
Wiktionary Translations for favori:
favori
Cross Translation:
adjective
-
Qui est l’objet de faveur, d’une préférence marquée.
- favori → geliefkoosd; uitverkoren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• favori | → bladwijzer | ↔ bookmark — record of the address of a file or page |
• favori | → geliefkoost; lievelings-; favoriet | ↔ favorite — preferred |