Summary
French to Dutch: more detail...
- ingrédient:
-
Wiktionary:
- ingrédient → ingrediënt, bestanddeel
French
Detailed Translations for ingrédient from French to Dutch
ingrédient:
-
l'ingrédient (ingrédient de base; part; partie; composant; élément de base; morceau; section; segment; fraction; rayon; membre; branche; portion; catégorie; groupe parlementaire; ration; titre; action)
het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie
Translation Matrix for ingrédient:
Synonyms for "ingrédient":
Wiktionary Translations for ingrédient:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ingrédient | → ingrediënt; bestanddeel | ↔ ingredient — substance present in a mixture |
• ingrédient | → ingrediënt | ↔ Ingrediens — meist Plural: Zutat, Inhaltsstoff, besonders in Bezug auf eine Arznei, auf eine zubereitete Speise oder eines Drinks |
External Machine Translations: