Translate rappel from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

rappel:
- herinnering; heugenis; herinneringsvermogen; geheugen; memorie; terugroep; terugroeping; opnieuw kiezen; terugroepen
Wiktionary:
- rappel → geheugensteuntje
- rappel → toegift, geheugensteuntje, aanmaning

French

Detailed Translations for rappel from French to Dutch

le rappel (mémoire; souvenir)
de herinnering; de heugenis
- herinnering [de ~ (v)] noun
- heugenis [de ~ (v)] noun
le rappel (capacité de mémoire; mémoire)
het herinneringsvermogen; het geheugen; de memorie
- herinneringsvermogen [het ~] noun
- geheugen [het ~] noun
- memorie [de ~ (v)] noun
le rappel
terugroep
- terugroep [znw.] noun
le rappel
de terugroeping
- terugroeping [de ~ (v)] noun
le rappel
de herinnering
- herinnering [de ~ (v)] noun
le rappel
opnieuw kiezen
- opnieuw kiezen verb
le rappel (révocation)
terugroepen
- terugroepen [znw.] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
geheugen	capacité de mémoire; mémoire; rappel	mémoire
herinnering	mémoire; rappel; souvenir	avertissement; avis; commémoration; célébration; exhortation; mémoire; mémoire honorée; prière instante; réminiscence; sommation; souvenir
herinneringsvermogen	capacité de mémoire; mémoire; rappel
heugenis	mémoire; rappel; souvenir
memorie	capacité de mémoire; mémoire; rappel	commémoration; mémoire; mémoire honorée; réminiscence; souvenir
terugroep	rappel
terugroepen	rappel; révocation
terugroeping	rappel
Verb	Related Translations	Other Translations
opnieuw kiezen	rappel	rappeler
terugroepen		abroger; désavouer; faire revenir; penser à; rappeler; remémorer; reprendre; retirer; rétracter; révoquer; se rappeler; se souvenir de

rappel

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• rappel	→ toegift	↔ encore — brief extra performance after the main performance is complete
• rappel	→ geheugensteuntje	↔ reminder — something that reminds
• rappel	→ aanmaning	↔ Mahnung — Erinnerung an etwas und gleichzeitig eine Aufforderung, etwas zu tun