Translate viser à from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

viser à:
- bedoelen; ergens iets mee willen zeggen; richten; in een bep. richting plaatsen; mikken; doelen; streven naar; streven; mikken op; ijveren; viseren; doel beogen; aansturen op; ambiëren; gericht werpen

French

Detailed Translations for viser à from French to Dutch

viser à (vouloir dire; entendre; avoir en vue)
bedoelen; ergens iets mee willen zeggen
- bedoelen verb (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)
- ergens iets mee willen zeggen verb
viser à (viser)
richten; in een bep. richting plaatsen; mikken
- richten verb (richt, richtte, richtten, gericht)
- in een bep. richting plaatsen verb
- mikken verb (mik, mikt, mikte, mikten, gemikt)
viser à (viser)
doelen
- doelen verb (doel, doelt, doelde, doelden, gedoeld)
viser à (ambitionner; aspirer à; viser)
streven naar; streven; mikken op
- streven naar verb (streef naar, streeft naar, streefte naar, streeften naar, gestreefd naar)
- streven verb (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
- mikken op verb
viser à (s'efforcer; ambitionner; aspirer à; viser)
streven; ijveren
- streven verb (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
- ijveren verb (ijver, ijvert, ijverde, ijverden, geijverd)
viser à (viser; avoir en vue)
viseren; doel beogen; aansturen op
- viseren verb (viseer, viseert, viseerde, viseerden, geviseerd)
- doel beogen verb
- aansturen op verb
viser à (aspirer à; ambitionner)
ambiëren
- ambiëren verb (ambieer, ambieert, ambieerde, ambieerden, geambieerd)
viser à (viser; ambitionner; aspirer à; s'efforcer)
mikken; gericht werpen
- mikken verb (mik, mikt, mikte, mikten, gemikt)
- gericht werpen verb

Noun	Related Translations	Other Translations
aansturen op		ambition; aspiration; but; ce que l'on vise; intention
mikken op		ambition; fait de viser à
streven		ambition; application; aspiration; but; ce que l'on vise; cible; consécration; dessein; destination; dévouement; effort; enjeu; intention; mise; mise à prix; objectif; tentative
streven naar		ambition; aspiration; but; ce que l'on vise; intention
Verb	Related Translations	Other Translations
aansturen op	avoir en vue; viser; viser à	aller droit à; foncer sur; naviguer sur
ambiëren	ambitionner; aspirer à; viser à
bedoelen	avoir en vue; entendre; viser à; vouloir dire	ambitionner; aspirer; avoir en vue; poursuivre; se proposer; viser
doel beogen	avoir en vue; viser; viser à
doelen	viser; viser à
ergens iets mee willen zeggen	avoir en vue; entendre; viser à; vouloir dire
gericht werpen	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à
ijveren	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à
in een bep. richting plaatsen	viser; viser à
mikken	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à
mikken op	ambitionner; aspirer à; viser; viser à
richten	viser; viser à	aligner; mettre en coordination; équilibrer
streven	ambitionner; aspirer à; s'efforcer; viser; viser à
streven naar	ambitionner; aspirer à; viser; viser à
viseren	avoir en vue; viser; viser à

External Machine Translations: