Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. vruchtbaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vruchtbaar from Dutch to German

vruchtbaar:


Translation Matrix for vruchtbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
einbringlich lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend verhaalbaar
einträglich lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
fruchtbringend lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
gewinnbringend lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut
lohnend lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
lukrativ lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
profitabel lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
rentabel lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
vorteilhaft lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend

Related Words for "vruchtbaar":


Wiktionary Translations for vruchtbaar:

vruchtbaar
adjective
  1. übertragen: mit Erfolg

Cross Translation:
FromToVia
vruchtbaar fruchtbar fertile — (of land etc) capable of growing abundant crops
vruchtbaar fruchtbar fruitful — favorable to the growth
vruchtbaar fruchtbar fruitful — productive, yielding benefits
vruchtbaar fruchtbar prolific — Fertile, producing offspring or fruit in great abundance
vruchtbaar ergiebig fruitier — Qui porter des fruits ; qui concerne les fruits.
vruchtbaar fruchtbar fécond — Qui produire, qui peut produire beaucoup par voie de génération, parlant des femmes, des animaux.