Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: opzenden

Dutch and German Translation Search Results for opzenden

Summary

Dutch to German: more detail...

opzenden:
- Wiktionary:
  opzenden → schicken, senden, einsenden, adressieren, richten, zuschicken

Dutch

Suggestions for opzenden in Dutch

Spelling Suggestions for: opzenden

zenden; opzegden; openden; opzeggen; opzetten; opdienden; opbinden; opbonden; opdeden; opleiden

Wiktionary Translations for opzenden:

Cross Translation:

From	To	Via
• opzenden	→ schicken; senden; einsenden; adressieren; richten; zuschicken	↔ adresser — envoyer directement à une personne, en un lieu.

External Machine Translations: