Summary
Dutch
Detailed Translations for smal from Dutch to German
smal:
-
smal (van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes)
Translation Matrix for smal:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | nauw | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
eng | eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte | armzalig; bekrompen; benepen; berooid; dichtbij; eng; in de buurt; karig; kleingeestig; kleinzielig; krap; mager; met grote juistheid; met weinig ruimte; nabij; nabijgelegen; nauw; nauwgezet; pover; schamel; schraal; vlakbij |
knapp | eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte | armzalig; bekrompen; benepen; berooid; bondig; dichtbij; droog; eng; in de buurt; karig; klein; kleingeestig; kleinzielig; krap; krap bij kas; mager; met weinig ruimte; nabij; nabijgelegen; nauw; nauwsluitend; niet overvloedig; ondermaats; pover; ragfijn; schamel; schraal; schriel; strak; summier; van geringe afmeting; vlakbij |
schmal | eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte | eng; krap; met grote juistheid; met weinig ruimte; nauw; nauwgezet |