Summary
Dutch to German: more detail...
- rechtvaardigheid:
- rechtvaardig:
-
Wiktionary:
- rechtvaardigheid → Gerechtigkeit
- rechtvaardigheid → Gerechtigkeit
- rechtvaardig → gerecht
- rechtvaardig → gerecht, fair, ehrlich, berechtigt
Dutch
Detailed Translations for rechtvaardigheid from Dutch to German
rechtvaardigheid:
-
de rechtvaardigheid (eigenschap van rechtvaardigheid)
Translation Matrix for rechtvaardigheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Gerechtigkeit | eigenschap van rechtvaardigheid; rechtvaardigheid | eerlijkheid; gelijk; gerechtigheid; oprechtheid; recht; rechtschapenheid; rechtspleging; rechtspraak; waarheidszin |
Recht | eigenschap van rechtvaardigheid; rechtvaardigheid | bevoegdheid; bezit; bezittingen; eigendom; gelijk; gerechtigheid; gewoonterecht; goederen; have; recht |
Related Words for "rechtvaardigheid":
Wiktionary Translations for rechtvaardigheid:
rechtvaardigheid
Cross Translation:
noun
-
de overeenstemming met bepaalde ethische beginselen
- rechtvaardigheid → Gerechtigkeit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rechtvaardigheid | → Gerechtigkeit | ↔ justice — state of being just or fair |
• rechtvaardigheid | → Gerechtigkeit | ↔ justice — fairness, especially with regard to punishment |
rechtvaardigheid form of rechtvaardig:
-
rechtvaardig (rechtschapen; eerlijk; braaf; rechtgeaard)
-
rechtvaardig (wettig; billijk; rechtmatig; gewettigd; wetmatig)
Translation Matrix for rechtvaardig:
Related Words for "rechtvaardig":
Synonyms for "rechtvaardig":
Related Definitions for "rechtvaardig":
Wiktionary Translations for rechtvaardig:
rechtvaardig
Cross Translation:
adjective
-
in overeenstemming met bepaalde ethische beginselen
- rechtvaardig → gerecht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rechtvaardig | → gerecht; fair; ehrlich | ↔ equitable — Fair, just, or impartial |
• rechtvaardig | → fair | ↔ fair — just, equitable |
• rechtvaardig | → gerecht; berechtigt | ↔ just — morally fair, righteous |