Dutch
Detailed Translations for aftasten from Dutch to German
aftasten:
-
aftasten (bevoelen)
-
aftasten (verkennen; onderzoeken)
Conjugations for aftasten:
o.t.t.
- tast af
- tast af
- tast af
- tasten af
- tasten af
- tasten af
o.v.t.
- tastte af
- tastte af
- tastte af
- tastten af
- tastten af
- tastten af
v.t.t.
- heb afgetast
- hebt afgetast
- heeft afgetast
- hebben afgetast
- hebben afgetast
- hebben afgetast
v.v.t.
- had afgetast
- had afgetast
- had afgetast
- hadden afgetast
- hadden afgetast
- hadden afgetast
o.t.t.t.
- zal aftasten
- zult aftasten
- zal aftasten
- zullen aftasten
- zullen aftasten
- zullen aftasten
o.v.t.t.
- zou aftasten
- zou aftasten
- zou aftasten
- zouden aftasten
- zouden aftasten
- zouden aftasten
diversen
- tast af!
- tast af!
- afgetast
- aftastende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aftasten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abtasten | aftasten; afvoelen; tasten; voelen | afstropen; afzoeken; geheel doorzoeken |
Anfühlen | aftasten; afvoelen; tasten; voelen | |
Fühlen | aftasten; afvoelen; tasten; voelen | |
Tasten | aftasten; afvoelen; tasten; voelen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abfühlen | aftasten; afvoelen; onderzoeken; verkennen | |
abtasten | aftasten; afvoelen; bevoelen; onderzoeken; verkennen | afzoeken; betasten; bevoelen; iets voelen; vingeren; voelen; zien te vinden; zoeken |
Wiktionary Translations for aftasten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aftasten | → erforschen | ↔ explore — to examine or investigate something systematically |
External Machine Translations: