Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. volgeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for volgeling from Dutch to German

volgeling:

volgeling [de ~ (m)] noun

  1. de volgeling (aanhanger; discipel; navolger; volger)
    der Anhänger; der Nachfolger; der Geselle; der Verfolger; der Jünger

Translation Matrix for volgeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anhänger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger aanhang; aanhanger; aanhangers; aanhangwagen; aanhangwagens; aanhangwagentje; bijwagen; discipelen; etiketten; fan; fans; labels; medestanders; ophanglussen; opleggers; partijgangers; prijskaartjes; supporter; supporters; trailers; volgelinge; volgelingen; volgers; voorstander
Geselle aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger assistent; butler; gast; gezel; gezellin; gozer; helper; herenknecht; hulp; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; knakker; knul; maat; man; partner; secondant; vent
Jünger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger discipelen; volgelinge; volgelingen
Nachfolger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger descendant; imitator; nabootser; navolger; opvolger
Verfolger aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger achtervolger; vervolger

Related Words for "volgeling":


Wiktionary Translations for volgeling:


Cross Translation:
FromToVia
volgeling Breitflügelige Bandeule hulotte — zoologie|nocat=1 Une espèce d’insecte lépidoptère (papillon) de nuit de la famille des noctuidés (Noctuidae), dont l’aile postérieure, de couleur jaune orangé avec une bande noire parallèle au bord externe, présente une tache noire sur la nervure transversale.