Summary
Dutch to German: more detail...
- chassis:
-
Wiktionary:
- chassis → Gestell
German to Dutch: more detail...
Dutch
Detailed Translations for chassis from Dutch to German
chassis:
Translation Matrix for chassis:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Chassis | chassis; geraamte; onderstel | |
Fahrgestell | chassis; geraamte; onderstel | landingsgestel; onderstel; poot; staander; voet |
Fensterrahmen | chassis; geraamte | kozijn; raamkozijn; vensterkader; vensterkozijn |
Fußgestell | chassis; onderstel | driepoot; onderstel; poot; staander; voet |
Gerüst | chassis; geraamte | botten; casco; frame; gebeente; geraamte; kerngedachte; latwerk; raamwerk; rek; skelet; stellage; stelling; vliegtuigromp |
Gestell | chassis; geraamte; onderstel | brilmontuur; driepoot; droogrek; fitting; frame; geraamte; heugelstang; karkas; latwerk; montuur; onderstel; poot; raamwerk; rek; schoor; schraag; skelet; staander; statief; stellage; stelling; voet |
Rahmen | chassis; geraamte | frame; geraamte; kader; lijst; omlijsting; omranding; raam; raamwerk; rand; skelet |
German
Detailed Translations for chassis from German to Dutch
Chassis:
-
Chassis (Fahrgestell; Fensterrahmen; Rahmen; Gerüst; Gestell)
-
Chassis (Fahrgestell; Fußgestell; Gestell)
Translation Matrix for Chassis:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chassis | Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Fußgestell; Gerüst; Gestell; Rahmen | |
geraamte | Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Rahmen | Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen |
onderstel | Chassis; Fahrgestell; Fußgestell; Gestell | Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell |