Summary
Dutch to German: more detail...
- mikken:
- mik:
-
Wiktionary:
- mikken → zielen, transformieren, umgestalten, verwandeln, verzaubern, werfen
- mik → Brot
Dutch
Detailed Translations for mikken from Dutch to German
mikken:
-
mikken (in een bep. richting plaatsen; richten)
-
mikken (gericht werpen)
Conjugations for mikken:
o.t.t.
- mik
- mikt
- mikt
- mikken
- mikken
- mikken
o.v.t.
- mikte
- mikte
- mikte
- mikten
- mikten
- mikten
v.t.t.
- heb gemikt
- hebt gemikt
- heeft gemikt
- hebben gemikt
- hebben gemikt
- hebben gemikt
v.v.t.
- had gemikt
- had gemikt
- had gemikt
- hadden gemikt
- hadden gemikt
- hadden gemikt
o.t.t.t.
- zal mikken
- zult mikken
- zal mikken
- zullen mikken
- zullen mikken
- zullen mikken
o.v.t.t.
- zou mikken
- zou mikken
- zou mikken
- zouden mikken
- zouden mikken
- zouden mikken
diversen
- mik!
- mikt!
- gemikt
- mikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for mikken:
Related Words for "mikken":
Wiktionary Translations for mikken:
mikken
verb
-
richten op een doel
- mikken → zielen; transformieren; umgestalten; verwandeln; verzaubern
-
gericht werpen
- mikken → werfen
mikken form of mik:
Translation Matrix for mik:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Brot | mik | brood |
Related Words for "mik":
External Machine Translations: