Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opgaaf:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opgaaf from Dutch to German

opgaaf:

opgaaf [de ~] noun

  1. de opgaaf (opgave; vraagstuk; kwestie; zwaarte; probleem)
    die Aufgabe
  2. de opgaaf (lijst van gegevens; staat; overzicht; )
    die Liste; Verzeichnis; die Aufstellung; die Aufführung; die Aufzählung; die Tabelle

Translation Matrix for opgaaf:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aufführung lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje komedie; lijst; opvoering; parade; show; staatsie; tabel; tafel; vertoning; voorstelling
Aufgabe kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte afgifte; bezigheid; bezorging; capitulatie; geleverde; hobby; karweitje; klusje; krachttoer; leverantie; levering; onderwerp; opgave; overgave; taak; thema; zich neerleggen bij
Aufstellung lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje aanduiding; arrangement; benaming; benoeming; bewering; indeling; kader; lijst; omranding; opbouw; opstelling; ordening; organisatie; plaatsing van artikel; rand; rangschikking; samenstelling; schikking; specificatie; stelling; structuur; systeem; tabel; tafel
Aufzählung lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje lijst; lijst met opsommingstekens; opnoeming; opsomming; optelling; samentelling; som; staat; tabel; tafel
Liste lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje legerlijst; lijst; tabel; tafel
Tabelle lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje blad; kader; lijst; omranding; rand; tabel; tafel; werkblad
Verzeichnis lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje catalogus; hoofdboek; kadaster; kadasterbureau; kader; klapper; legerlijst; lijst; map; omranding; rand; tabel; tafel; telefoonklapper; zaakregister
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Liste Lijst

Wiktionary Translations for opgaaf:


Cross Translation:
FromToVia
opgaaf Arbeit; Aufgabe; Pensum tâchetravail donner à accomplir.