Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. symptoom:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for symptoom from Dutch to German

symptoom:

symptoom [het ~] noun

  1. het symptoom (indicatie; aanwijzing; teken)
    der Indikation; der Hinweis
  2. het symptoom (ziektesymptoom)
    Symptom; Krankheitssyptom; die Anzeige; Anzeichen

Translation Matrix for symptoom:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anzeichen symptoom; ziektesymptoom aankondiger; aanwijzing; fenomeen; verschijnsel; voorbode; voorloper; voorteken
Anzeige symptoom; ziektesymptoom aangeven; aangifte; aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering; beeldscherm; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; melding; opheldering; proces verbaal; rapport; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
Hinweis aanwijzing; indicatie; symptoom; teken aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzing; kennisgeving; spoor; tip; toespeling; verwijzing; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
Indikation aanwijzing; indicatie; symptoom; teken
Krankheitssyptom symptoom; ziektesymptoom
Symptom symptoom; ziektesymptoom fenomeen; verschijnsel

Related Words for "symptoom":

  • symptomen

Wiktionary Translations for symptoom:

symptoom
noun
  1. ziekteverschijnsel

Cross Translation:
FromToVia
symptoom Symptom symptom — indicators and characteristics of the presence of something else