Summary
Dutch to German: more detail...
- losbarsten:
-
Wiktionary:
- losbarsten → explodieren, platzen, zerplatzen, ausbrechen
Dutch
Detailed Translations for losbarsten from Dutch to German
losbarsten:
-
losbarsten (losbreken)
aufbrechen; aufbersten; losbrechen; herausbrechen; hervorbrechen-
aufbersten verb
-
herausbrechen verb (breche heraus, brichst heraus, bricht heraus, brach heraus, bracht heraus, herausgebrochen)
-
hervorbrechen verb (breche hervor, brichst hervor, bricht hervor, brach hervor, bracht hervor, hervorgebrochen)
Conjugations for losbarsten:
o.t.t.
- barst los
- barst los
- barst los
- barsten los
- barsten los
- barsten los
o.v.t.
- barstte los
- barstte los
- barstte los
- barstten los
- barstten los
- barstten los
v.t.t.
- ben losgebarsten
- bent losgebarsten
- is losgebarsten
- zijn losgebarsten
- zijn losgebarsten
- zijn losgebarsten
v.v.t.
- was losgebarsten
- was losgebarsten
- was losgebarsten
- waren losgebarsten
- waren losgebarsten
- waren losgebarsten
o.t.t.t.
- zal losbarsten
- zult losbarsten
- zal losbarsten
- zullen losbarsten
- zullen losbarsten
- zullen losbarsten
o.v.t.t.
- zou losbarsten
- zou losbarsten
- zou losbarsten
- zouden losbarsten
- zouden losbarsten
- zouden losbarsten
diversen
- barst los!
- barst los!
- losgebarsten
- losbarstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for losbarsten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
aufbersten | losbarsten; losbreken | |
aufbrechen | losbarsten; losbreken | afreizen; gaan; heengaan; huizen kraken; kapotmaken; knakken; kraken; losbreken; losscheuren; moeren; mollen; omhoogkomen; opbreken; openbreken; openrijten; openrukken; openscheuren; opensperren; opstappen; opstijgen; opvliegen; rijten; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken |
herausbrechen | losbarsten; losbreken | |
hervorbrechen | losbarsten; losbreken | tevoorschijnkomen |
losbrechen | losbarsten; losbreken | losbreken; zich met geweld losbreken |
Wiktionary Translations for losbarsten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• losbarsten | → explodieren; platzen; zerplatzen; ausbrechen | ↔ exploser — faire explosion. |