Dutch

Detailed Translations for aanmerkelijk from Dutch to German

aanmerkelijk:


Translation Matrix for aanmerkelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
riesig groots; grootschalig; reuze
schwer groots; grootschalig; reuze
sichtbar aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors detecteerbaar/kan worden gevonden; duidelijk; eenduidig; flagrant; ondubbelzinnig; op heterdaad; overduidelijk; te zien; zichtbaar; zienderogen; zo klaar als een klontje; zonneklaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ansehnlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; deftig; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; esthetisch; fier; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; keurig; kies; majestueus; modieuze verfijning; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; respectabel; royaal; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; trots; verfijnd; verheven; voornaam; vorstelijk; zeer plechtig
beachtenswert aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
beachtlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
bedeutend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel befaamd; eerbiedwekkend; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; important; indrukwekkend; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
bemerkenswert aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate
beträchtlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel behoorlijk; eerbiedwekkend; indrukwekkend; nogal; redelijk; tamelijk; terdege; wel degelijk
erheblich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel behoorlijk; eerbiedwekkend; indrukwekkend; nogal; redelijk; tamelijk; terdege; wel degelijk
hervorspringend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; mateloos; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tomeloos; treffend; uitermate
merklich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel te zien; zichtbaar
riesig aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors enorm; gaaf; geweldig; gigantisch; groots; heel erg; heel groot; immens; in zeer hoge mate; kolossaal; mieters; onmetelijk; opperbest; reusachtig; reuze; schitterend; tof; weids; zeer groot
schwer aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors afgezaagd; agressief; beklemmend; delicaat; dikwijls; ellendig; frequent; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; machtig; massief; meermaals; melig; menigmaal; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; netelig; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; regelmatig; rot; ruw; saai; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vaak; veelvuldig; vervelend; zwaar
spürbar aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel te zien; zichtbaar
wesentlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel basis; belangrijk; cruciaal; daadwerkelijk; elementair; essentieel; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van belang; vereist; werkelijk; wezenlijk
ziemlich aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors behoorlijk; behoorlijke; betrekkelijk; eerbiedwekkend; indrukwekkend; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; relatief; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; terdege; vrij veel; vrij wat; wel degelijk

Related Words for "aanmerkelijk":

  • aanmerkelijke

Wiktionary Translations for aanmerkelijk:

aanmerkelijk
adjective
  1. aanzienlijk.
aanmerkelijk
adjective
  1. geh.|: in erheblichem Maße (an Wert), in erheblicher Menge (an Zahl); ziemlich groß, ziemlich viel

Cross Translation:
FromToVia
aanmerkelijk beträchtlich; beachtlich; erheblich considerable — worth considering
aanmerkelijk an; bedeutend; bedeutsam; beträchtlich; erheblich; ernst; wichtig considérable — Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
aanmerkelijk erhaben; majestätisch; imposant imposant — Qui imposer, qui est propre à s’attirer de l’attention, des égards, du respect.
aanmerkelijk volljährig; an; bedeutend; bedeutsam; beträchtlich; erheblich; ernst; wichtig majeur — Plus grand ; plus important.