Summary
Dutch to German: more detail...
- drukkend:
- drukken:
-
Wiktionary:
- drukkend → schwül
- drukkend → schwer, erstickend, schwül, Stick-, stickig
- drukken → drücken
- drukken → prägen, drücken, drucken, quetschen, pressen, zwängen, bedrucken, veröffentlichen, drängen, pressieren, beklemmen, bedrücken, andringen, beharren auf, trotzen, beeilen, beschleunigen, fördern, befördern, schneller machen, akzelerieren, einschließen, spannen, klemmen, zusammendrücken, kondensieren, komprimieren
Dutch
Detailed Translations for drukkend from Dutch to German
drukkend:
Translation Matrix for drukkend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bedrängt | bedompt; benauwd; drukkend; muf | beklemd; beklemmend; bekneld; benard; benauwd; benauwend; ernstig; geklemd; hachelijk; klemgereden; klemgezet; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend |
beklemmt | bedompt; benauwd; drukkend; muf | beklemd; beklemmend; benauwend; geklemd |
dumpf | bedompt; benauwd; drukkend; muf | afgedempt; banaal; beslagen; doezelig; dof; duf; gedempt; glansloos; grauwkleurig; grijs; grof; laag-bij-de-grond; lomp; mat; niet helder; onduidelijk; plat; platvloers; schunnig; soezerig; suf; triviaal; vaag; vunzig |
Related Words for "drukkend":
drukken:
-
drukken (knellen)
Conjugations for drukken:
o.t.t.
- druk
- drukt
- drukt
- drukken
- drukken
- drukken
o.v.t.
- drukte
- drukte
- drukte
- drukten
- drukten
- drukten
v.t.t.
- heb gedrukt
- hebt gedrukt
- heeft gedrukt
- hebben gedrukt
- hebben gedrukt
- hebben gedrukt
v.v.t.
- had gedrukt
- had gedrukt
- had gedrukt
- hadden gedrukt
- hadden gedrukt
- hadden gedrukt
o.t.t.t.
- zal drukken
- zult drukken
- zal drukken
- zullen drukken
- zullen drukken
- zullen drukken
o.v.t.t.
- zou drukken
- zou drukken
- zou drukken
- zouden drukken
- zouden drukken
- zouden drukken
diversen
- druk!
- drukt!
- gedrukt
- drukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het drukken (afdrukken)
Translation Matrix for drukken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Auflage | afdrukken; drukken | band; boekdeel; boordsel; bordgarneersel; deel; druk; galon; geluidsniveau; omzoming; oplage; oplegsel; passement; uitgave; volume |
Druck | afdrukken; drukken | band; behoeftigheid; bloeddruk; boekdeel; deel; druk; drukking; dwang; nood; noodwendigheid; oplage; pressie; tensie; uitgave; volume |
Verb | Related Translations | Other Translations |
drücken | drukken; knellen | duwen; knellen; met iemand worstelen; persen; strak zitten; voortduwen; worstelen; zich wringen |
knellen | drukken; knellen | |
quetschen | drukken; knellen | butsen; een deuk maken in; indeuken; kaatsen; kneuzen; krenken; kwetsen; leegknijpen; persen; uitpersen |
- | poepen |
Related Words for "drukken":
Synonyms for "drukken":
Related Definitions for "drukken":
Wiktionary Translations for drukken:
drukken
Cross Translation:
verb
drukken
-
kracht uitoefenen op
- drukken → drücken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drukken | → drücken | ↔ press — to apply pressure |
• drukken | ↔ print — to copy something on a surface, especially by machine | |
• drukken | → drücken; quetschen; pressen | ↔ squeeze — to apply pressure to from two or more sides at once |
• drukken | → quetschen; zwängen | ↔ squeeze — to fit into a tight place |
• drukken | → drucken; bedrucken; veröffentlichen; prägen | ↔ imprimer — faire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure. |
• drukken | → drängen; pressen; pressieren; beklemmen; drücken; bedrücken; zwängen; andringen; beharren auf; trotzen; beeilen; beschleunigen; fördern; befördern; schneller machen; akzelerieren | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |
• drukken | → einschließen; spannen; klemmen; pressen; zwängen; zusammendrücken; kondensieren; komprimieren | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |