Noun | Related Translations | Other Translations |
Einsturz
|
debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting
|
achteruitgang; het verliezen; ineenstortingen; instortingen; inzakking; inzinking; verlies
|
Einstürzen
|
instorting; neervallen
|
achteruitgang; dood; ineenstorten; ineenstortingen; instorten; instortingen; inzinking; overlijden; verscheiden
|
Fall
|
debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting
|
casus; debacle; dreun; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; issue; klap; knal; kwak; kwestie; naamval; ondergang; oogpunt; perspectief; probleemgeval; punt; smak; standpunt; teloorgang; tenondergang; val; verderf; zienswijs
|
Hinfallen
|
instorting; neervallen
|
|
Niederfallen
|
instorting; neervallen
|
|
Zusammenbruch
|
debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting
|
achteruitgang; catastrofe; debacle; inzakking; inzinking; ondergang; ramp; teloorgang; tenondergang; val
|
Zusammensturz
|
debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting
|
inzakking
|