Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: gezwel

Dutch and German Translation Search Results for gezwel

Summary

Dutch to German: more detail...

gezwel:
- Tumor; Knoten; Geschwulst
Wiktionary:
- gezwel → Geschwulst, Tumor
- gezwel → Blastom, Geschwulst, Neoplasie, Neubildung, Neoplasma, Tumor

Dutch

Detailed Translations for gezwel from Dutch to German

gezwel:

gezwel [het ~] noun

het gezwel (tumor; knobbel)
der Tumor; der Knoten; die Geschwulst
- Tumor [der ~] noun
- Knoten [der ~] noun
- Geschwulst [die ~] noun

Translation Matrix for gezwel:

Noun	Related Translations	Other Translations
Geschwulst	gezwel; knobbel; tumor	bobbel; buil; bult; cyste; knobbel; vetgezwel
Knoten	gezwel; knobbel; tumor	haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knooppunt; knot; knotje; knotje haar; vlecht; wrong
Tumor	gezwel; knobbel; tumor

Related Words for "gezwel":

gezwellen

Wiktionary Translations for gezwel:

gezwel

noun

een onnatuurlijke verdikking in het weefsel
- gezwel → Geschwulst; Tumor

Cross Translation:

From	To	Via
• gezwel	→ Blastom; Geschwulst; Neoplasie; Neubildung; Neoplasma	↔ neoplasm — abnormal new growth of disorganized tissue
• gezwel	→ Tumor	↔ tumor — oncology, pathology: an abnormal growth

External Machine Translations: