Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. clan:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. Clan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for clan from Dutch to German

clan:

clan [de ~ (m)] noun

  1. de clan (bende)
    die Bande; der Clan; der Haufen; die Horde

Translation Matrix for clan:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bande bende; clan bende; geluidsniveau; groep jongeren; horde; meute; troep; volume
Clan bende; clan
Haufen bende; clan accumulatie; bende; berg; bijeenbrenging; boel; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; hopen; horde; kluit; kudde; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; schaar; schare; selectie; sortering; stapel; stapeling; stapels; stel; troep; verzameling
Horde bende; clan aantal personen bijeen; allegaartje; bende; drom; gezelschap; groep; hoop; horde; kudde; massa; mengelmoes; menigte; meute; samenraapsel; schaar; schare; troep

Related Words for "clan":

  • clans

Wiktionary Translations for clan:


Cross Translation:
FromToVia
clan Sippe; Clan clan — group having common ancestor
clan Klan; Familie family — kin, tribe



German

Detailed Translations for clan from German to Dutch

Clan:

Clan [der ~] noun

  1. der Clan (Bande; Haufen; Horde)
    de clan; de bende

Translation Matrix for Clan:

NounRelated TranslationsOther Translations
bende Bande; Clan; Haufen; Horde Anhäufung; Ansammlung; Aufhäufung; Bande; Chaos; Durcheinander; Haufen; Horde; Menge; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schar; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Truppe; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammenrottung
clan Bande; Clan; Haufen; Horde

Synonyms for "Clan":


Wiktionary Translations for Clan:


Cross Translation:
FromToVia
Clan stam; clan clan — group having common ancestor
Clan stam clan — Tribu