Adjective | Related Translations | Other Translations |
flexibel
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
breed scala; buigzaam; flexibel; kneedbaar; meegaand; soepel; vormbaar
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
beugsam
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
buigzaam; flexibel; kneedbaar; meegaand; soepel; vormbaar
|
biegsam
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
kneedbaar; vormbaar
|
dehnbar
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
elastisch; energiek; kneedbaar; krachtig; rekbaar; veerkrachtig; vol energie; vormbaar
|
elastisch
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
elastisch; energiek; kneedbaar; krachtig; rekbaar; veerkrachtig; verend; vol energie; vormbaar
|
formbar
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
kneedbaar; plastisch; vormbaar; vormgevend
|
gelenkig
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
energiek; kneedbaar; krachtig; lenig; soepel; vol energie; vormbaar
|
geschmeidig
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
buigzaam; chic; elegant; esthetisch; flexibel; geraffineerd; gracieus; kneedbaar; meegaand; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; smeerbaar; smeuïg; soepel; stijlvol; verfijnd; vormbaar
|
knetbar
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
kneedbaar; plastisch; vormbaar; vormgevend
|
nachgiebig
|
buigbaar; flexibel; soepel
|
gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; vormbaar
|