Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. goedwillendheid:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for goedwillendheid from Dutch to German

goedwillendheid:

goedwillendheid [de ~ (v)] noun

  1. de goedwillendheid (welwillendheid)
    Entgegenkommen; Wohlwollen

Translation Matrix for goedwillendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Entgegenkommen goedwillendheid; welwillendheid compensatie; concessie; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; meegaandheid; naderen; tegemoetkomen; tegemoetkoming; volgzaamheid; voorkomendheid
Wohlwollen goedwillendheid; welwillendheid dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; goedwilligheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; ingenomenheid; voorkomendheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid

Wiktionary Translations for goedwillendheid:

goedwillendheid
noun
  1. het goedwillend zijn