Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. neerstorten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for neerstorten from Dutch to German

neerstorten:

neerstorten verb (stort neer, stortte neer, stortten neer, neergestort)

  1. neerstorten (doen neerstorten)
    abstürzen; niederstürzen; hinabstürzen
    • abstürzen verb (stürze ab, stürzst ab, stürzt ab, stürzte ab, stürztet ab, abgestürzt)
    • niederstürzen verb (stürze nieder, stürzst nieder, stürzt nieder, stürzte nieder, stürztet nieder, niedergestürzt)
    • hinabstürzen verb (stürze hinab, stürzt hinab, stürzte hinab, stürztet hinab, hinabgestürzt)

Conjugations for neerstorten:

o.t.t.
  1. stort neer
  2. stort neer
  3. stort neer
  4. storten neer
  5. storten neer
  6. storten neer
o.v.t.
  1. stortte neer
  2. stortte neer
  3. stortte neer
  4. stortten neer
  5. stortten neer
  6. stortten neer
v.t.t.
  1. ben neergestort
  2. bent neergestort
  3. is neergestort
  4. zijn neergestort
  5. zijn neergestort
  6. zijn neergestort
v.v.t.
  1. was neergestort
  2. was neergestort
  3. was neergestort
  4. waren neergestort
  5. waren neergestort
  6. waren neergestort
o.t.t.t.
  1. zal neerstorten
  2. zult neerstorten
  3. zal neerstorten
  4. zullen neerstorten
  5. zullen neerstorten
  6. zullen neerstorten
o.v.t.t.
  1. zou neerstorten
  2. zou neerstorten
  3. zou neerstorten
  4. zouden neerstorten
  5. zouden neerstorten
  6. zouden neerstorten
diversen
  1. stort neer!
  2. stort neer!
  3. neergestort
  4. neerstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

neerstorten [znw.] noun

  1. neerstorten (afstorten)
    Abstürzen

Translation Matrix for neerstorten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abstürzen afstorten; neerstorten
VerbRelated TranslationsOther Translations
abstürzen doen neerstorten; naar beneden storten; neerstorten crashen; vastlopen
hinabstürzen doen neerstorten; naar beneden storten; neerstorten achteroverslaan; iemand neerslaan; omslaan; vloeren
niederstürzen doen neerstorten; naar beneden storten; neerstorten

Related Definitions for "neerstorten":

  1. plotseling naar beneden vallen1
    • het vliegtuig is neergestort1

Wiktionary Translations for neerstorten:

neerstorten
verb
  1. het vliegvermogen verliezen en onzacht op de aarde terugvallen

Cross Translation:
FromToVia
neerstorten anprallen; krachen crash — to collide, fall or come down violently

Related Translations for neerstorten