Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afwezigheid:
  2. afwezig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afwezigheid from Dutch to German

afwezigheid:

afwezigheid [de ~ (v)] noun

  1. de afwezigheid (niet aanwezig zijn; absentie)
    die Abwesentheit
  2. de afwezigheid (verstrooidheid)
    die Zerstreutheit; die Abwesenheit; die Geistesabwesenheit

Translation Matrix for afwezigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abwesenheit afwezigheid; verstrooidheid Niet aanwezig; absentie; ontstentenis; verzuim
Abwesentheit absentie; afwezigheid; niet aanwezig zijn
Geistesabwesenheit afwezigheid; verstrooidheid
Zerstreutheit afwezigheid; verstrooidheid afleiding; distractie

Related Words for "afwezigheid":


Wiktionary Translations for afwezigheid:

afwezigheid
noun
  1. het afwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats

Cross Translation:
FromToVia
afwezigheid Abwesenheit absence — state of being away
afwezigheid Fehlen; Abwesenheit absence — lack; deficiency; nonexistence
afwezigheid Absenz; Abwesenheit; Nichtvorhandensein absence — Le fait d’être absent.
afwezigheid Fehlen; Fehler; Manko insuffisanceétat de ce qui est insuffisant.
afwezigheid Fehler; Manko; Mangel manqueabsence, défaut, fait de manquer.
afwezigheid Fehlen; Fehler; Manko privationperte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.

afwezig:


Translation Matrix for afwezig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
abwesend absent; afwezig; gedachteloos verhinderd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gedankenlos absent; afwezig; gedachteloos achteloos; behalve; gedachteloos; gerust; luchthartig; naast; nalatig; onbedacht; onbekommerd; onberaden; onbesuisd; onbewust; onbezorgd; ondoordacht; ongeacht; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; onnadenkend; onopzettelijk; onwillekeurig; overhaast; overijld; redeloos; verstandeloos; voorbarig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken; zonder grond; zonder verstand; zorgeloos
geistesabwesend absent; afwezig; gedachteloos niet willekeurig; onbewust; onopzettelijk; onwillekeurig
unbewußt absent; afwezig; gedachteloos niet willekeurig; onbewust; onopzettelijk; onwillekeurig
unüberlegt absent; afwezig; gedachteloos achteloos; gedachteloos; irrationeel; lichtzinnig; niet rationeel; onbedacht; onbedachtzaam; onberaden; onberedeneerd; onbesuisd; onbewust; onbezonnen; ondoordacht; onnadenkend; onopzettelijk; onoverdacht; onvoorzichtig; onwillekeurig; overhaast; overijld; redeloos; roekeloos; voorbarig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken

Related Words for "afwezig":


Antonyms for "afwezig":


Related Definitions for "afwezig":

  1. er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten1
    • wat zit je weer afwezig te kijken!1
  2. er niet zijn1
    • hoeveel studenten waren vandaag afwezig?1

Wiktionary Translations for afwezig:

afwezig
adjective
  1. niet op een bepaald tijdstip en plaats zijn
afwezig
adjective
  1. nicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend

Cross Translation:
FromToVia
afwezig abwesend absent — being away from a place
afwezig abwesend absent — inattentive
afwezig abwesend absent — Qui n’est pas là où on l’attend.