Summary
Dutch to German: more detail...
- handelstaal:
-
Wiktionary:
- handelstaal → Handelssprache, Kaufmannssprache
Dutch
Detailed Translations for handelstaal from Dutch to German
handelstaal:
-
handelstaal
die Handelssprache
Translation Matrix for handelstaal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Handelssprache | handelstaal |
Wiktionary Translations for handelstaal:
handelstaal
noun
-
een taal die in het internationale handelsverkeer wordt gebruikt als lingua franca
- handelstaal → Handelssprache
-
de in de handelswereld gebruikelijke vakterminologie
- handelstaal → Kaufmannssprache
German
Detailed Translations for handelstaal from German to Dutch
handelstaal: (*Using Word and Sentence Splitter)
- handeln: dingen; afdingen; handelen; ageren; uitvoeren; doen; verrichten; uitrichten; onderhandelen; marchanderen; pingelen; sjacheren; afpingelen; handel drijven; verkopen; functioneren; verhandelen; presteren; een prestatie leveren; leuren; venten; huis-aan-huis-verkopen
- Aal: paling; aal
- AAL: AAL; ATM-aanpassingslaag