Dutch
Detailed Translations for uitsplitsing from Dutch to German
uitsplitsing:
Translation Matrix for uitsplitsing:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Auslese | schifting; sortering; uitsplitsing | beste; bloemlezing; elite; keur; keus; keuze; keuzemogelijkheid; schifting; selectie; uitgelezene |
Aussonderung | schifting; sortering; uitsplitsing | schifting; selectie |
Auswahl | schifting; sortering; uitsplitsing | Kiezer; assortiment; bloemlezing; collectie; elite; keur; keus; keuze; keuzemogelijkheid; schifting; selectie; sortering; uitverkiezing; uitverkoring; verkiezing |
Einteilung | schifting; sortering; uitsplitsing | arrangement; indeling; opbouw; opstelling; ordening; organisatie; rangschikking; samenstelling; schikking; structuur; systeem |
Sortierung | schifting; sortering; uitsplitsing | assortiment; collectie; keur; keuze; schifting; selectie; sortering; sortiment |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Strukturplan | uitsplitsing |
Wiktionary Translations for uitsplitsing:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitsplitsing | → Aufschlüsselung | ↔ breakdown — listing or categorization in great detail |