Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verlummelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verlummelen from Dutch to German

verlummelen:

verlummelen verb (verlummel, verlummelt, verlummelde, verlummelden, verlummeld)

  1. verlummelen (verbeuzelen; verknoeien)
    bummeln; vertun; vergeuden; vertrödeln
    • bummeln verb (bummele, bummelst, bummelt, bummelte, bummeltet, gebummelt)
    • vertun verb (vertue, vertuest, vertut, vertat, vertan)
    • vergeuden verb (vergeude, vergeudest, vergeudet, vergeudete, vergeudetet, vergeudet)
    • vertrödeln verb (vertrödele, vertrödelst, vertrödelt, vertrödelte, vertrödeltet, vertrödelt)

Conjugations for verlummelen:

o.t.t.
  1. verlummel
  2. verlummelt
  3. verlummelt
  4. verlummelen
  5. verlummelen
  6. verlummelen
o.v.t.
  1. verlummelde
  2. verlummelde
  3. verlummelde
  4. verlummelden
  5. verlummelden
  6. verlummelden
v.t.t.
  1. heb verlummeld
  2. hebt verlummeld
  3. heeft verlummeld
  4. hebben verlummeld
  5. hebben verlummeld
  6. hebben verlummeld
v.v.t.
  1. had verlummeld
  2. had verlummeld
  3. had verlummeld
  4. hadden verlummeld
  5. hadden verlummeld
  6. hadden verlummeld
o.t.t.t.
  1. zal verlummelen
  2. zult verlummelen
  3. zal verlummelen
  4. zullen verlummelen
  5. zullen verlummelen
  6. zullen verlummelen
o.v.t.t.
  1. zou verlummelen
  2. zou verlummelen
  3. zou verlummelen
  4. zouden verlummelen
  5. zouden verlummelen
  6. zouden verlummelen
diversen
  1. verlummel!
  2. verlummelt!
  3. verlummeld
  4. verlummelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlummelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bummeln verbeuzelen; verknoeien; verlummelen aan de zwier gaan; banjeren; boemelen; de hort op gaan; gaan; kuieren; lanterfanten; lopen; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; slenteren; stappen; uitgaan; wandelen; zich voortbewegen
vergeuden verbeuzelen; verknoeien; verlummelen opmaken; potverteren; verboemelen; verbrassen; verdoen; vergieten; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen
vertrödeln verbeuzelen; verknoeien; verlummelen
vertun verbeuzelen; verknoeien; verlummelen verboemelen; verbrassen; verdoen; vergieten; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verprutsen; verspillen

Wiktionary Translations for verlummelen:

verlummelen
verb
  1. übertragen, salopp: (Zeit) müßig verbringen

External Machine Translations: