Summary
Dutch to German: more detail...
-
postbezorger:
-
Wiktionary:
postbezorger → Briefträger, Briefträgerin, Briefzustellerin, Briefzusteller, Postbotin, Postbote, Zusteller, Zustellerin
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for postbezorger from Dutch to German
postbezorger: (*Using Word and Sentence Splitter)
- post: zugesandten Briefe; Aufgabe eines Poststückes
- bezorger: Bote; Briefträger; Zusteller; Kurier; Postbote; Eilbote; Laufbursche; Laufjunge
- posten: aufgeben; einstecken; einwerfen; schicken; abschicken; verschicken; versenden; zusenden; absenden; einschicken; wegschicken; einsenden; zum Versand bringen; wegsenden; Postzustellung; jemand etwas zuschicken; stellen; einsetzen; aufstellen; plazieren; installieren; deponieren; postieren; bereitstellen; Abschicken; Absenden; posten
Wiktionary Translations for postbezorger:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • postbezorger | → Briefträger; Briefträgerin; Briefzustellerin; Briefzusteller; Postbotin; Postbote; Zusteller; Zustellerin | ↔ letter carrier — post office employee |