Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. huichelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for huichelen from Dutch to German

huichelen:

huichelen verb (huichel, huichelt, huichelde, huichelden, gehuicheld)

  1. huichelen
    heucheln; so tun als ob

Conjugations for huichelen:

o.t.t.
  1. huichel
  2. huichelt
  3. huichelt
  4. huichelen
  5. huichelen
  6. huichelen
o.v.t.
  1. huichelde
  2. huichelde
  3. huichelde
  4. huichelden
  5. huichelden
  6. huichelden
v.t.t.
  1. heb gehuicheld
  2. hebt gehuicheld
  3. heeft gehuicheld
  4. hebben gehuicheld
  5. hebben gehuicheld
  6. hebben gehuicheld
v.v.t.
  1. had gehuicheld
  2. had gehuicheld
  3. had gehuicheld
  4. hadden gehuicheld
  5. hadden gehuicheld
  6. hadden gehuicheld
o.t.t.t.
  1. zal huichelen
  2. zult huichelen
  3. zal huichelen
  4. zullen huichelen
  5. zullen huichelen
  6. zullen huichelen
o.v.t.t.
  1. zou huichelen
  2. zou huichelen
  3. zou huichelen
  4. zouden huichelen
  5. zouden huichelen
  6. zouden huichelen
diversen
  1. huichel!
  2. huichelt!
  3. gehuicheld
  4. huichelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for huichelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
heucheln huichelen draaien; fingeren; kolken; ronddraaien; simuleren; veinzen; voorbinden; voordoen; voorwenden
so tun als ob huichelen

Related Definitions for "huichelen":

  1. vriendelijk doen terwijl je het niet meent1
    • hij huichelt altijd tegen de directeur1

Wiktionary Translations for huichelen:

huichelen
verb
  1. veinzen, doen alsof
huichelen
  1. Anteilnahme trotz des inneren Gefühls der Gleichgültigkeit vortäuschen
  2. Zustimmung gegenüber einer anderen Person trotz nicht geäußerter gegenteiliger Eigenmeinung vortäuschen

External Machine Translations: