Summary
Dutch to German: more detail...
-
voor zijn:
-
Wiktionary:
voor zijn → avancieren, fortschreiten, vorschreiten, vorrücken, befördert werden, aufrücken, vorankommen, vorangehen, voraus sein, vorgehen, zuvorkommen
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for voor zijn from Dutch to German
voor zijn: (*Using Word and Sentence Splitter)
- voor: dazu; davor; vor; vorn; bevor; ehe; für
- zijn: sich befinden; leben; existieren; besteht; dasein; fortbestehen; seinen; seinem; Leben; Existenz; Dasein; Sein; Lebenswandel; Fortbestehen; sein
Wiktionary Translations for voor zijn:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voor zijn | → avancieren; fortschreiten; vorschreiten; vorrücken; befördert werden; aufrücken; vorankommen; vorangehen; voraus sein; vorgehen | ↔ avancer — pousser en avant, porter en avant. |
• voor zijn | → zuvorkommen; vorangehen; voraus sein; vorgehen | ↔ précéder — aller devant ; marcher devant. |