Dutch

Detailed Translations for gezondheid from Dutch to German

gezondheid:

gezondheid [de ~ (v)] noun

  1. de gezondheid (welzijn)
    die Gesundheit; Wohlbefinden

Translation Matrix for gezondheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gesundheit gezondheid; welzijn constitutie; fitness; gestel
Wohlbefinden gezondheid; welzijn welstand; welvaart

Related Words for "gezondheid":


Antonyms for "gezondheid":


Related Definitions for "gezondheid":

  1. toestand waarin je niets mankeert1
    • mijn gezondheid is goed: ik ben nooit ziek1

Wiktionary Translations for gezondheid:

gezondheid
noun
  1. welbevinden, in goede staat zijn
gezondheid
  1. ein meist nur ausgesprochener Wunsch des Wohlergehens aller, die in einer geselligen Trinkrunde das Glas erheben und anstoßen, das heißt, die Gläser klingen zu lassen

Cross Translation:
FromToVia
gezondheid Gesundheit bless you — said to somebody who has sneezed
gezondheid servus; prost; zum Wohl cheers — toast when drinking
gezondheid Gesundheit health — state of being free of physical or psychological disease, illness, or malfunction
gezondheid Gesundheit santé — Bon état de l’organisme (1)
gezondheid Gesundheit à tes souhaitsformule de politesse que l’on dit à une personne qui vient d’éternuer, et que l’on tutoie.
gezondheid prost à votre santéformule traditionnelle échangée entre convives pour trinquer.

gezond:


Translation Matrix for gezond:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
behäbig blakend; fit; getraind; gezond bezadigd; gezapig; in details; sloom; uitgewerkt
blühend blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte bloeiend; fleurig; florissant; kleurig; kleurrijk
finanzstark blakend; fit; getraind; gezond florerend; gefortuneerd; kapitaalkrachtig; rijk; vermogend; welgesteld; welvarend
fit blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
gesund blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte gelukkig; genezen; heelhuids; hersteld; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden; springlevend; valide; voorspoedig; voorspoedig verlopend
gesundheitsförderlich gezond; gezondheidsbevorderend
glühend blakend; fit; getraind; gezond; zonder ziekte brandend; fervent; geil; gloeiend; heet; hitsig; opgewonden; roodgloeiend; seksueel opgewonden; smeulend; verhit; vlammend; vurig
gutgestellt blakend; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
gutsituiert blakend; fit; getraind; gezond in goeden doen; welgesteld
heil blakend; fit; getraind; gezond gaaf; heel; intact; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
heilsam blakend; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
hygienisch blakend; fit; getraind; gezond hygiënisch; proper; schoon; zindelijk
in bester Form blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte florerend; welgesteld; welvarend
inbesterForm blakend; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
springlebendig blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte florerend; springlevend; welgesteld; welvarend
wohlauf blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
wohlhabend blakend; fit; getraind; gezond florerend; in goeden doen; welgesteld; welvarend

Related Words for "gezond":

  • gezondheid, gezonder, gezondere, gezondst, gezondste

Antonyms for "gezond":


Related Definitions for "gezond":

  1. goed voor je lichaam1
    • zwemmen is gezond1
  2. wie lichamelijk goed in orde is1
    • een gezond mens hoeft nooit naar de dokter1

Wiktionary Translations for gezond:

gezond
adjective
  1. vrij van ziektes en zeertes
  2. bevorderlijk voor een goede conditie

Cross Translation:
FromToVia
gezond gesund healthful — beneficial to health
gezond gesund healthy — enjoying health and vigor of body, mind, or spirit: well
gezond gesund healthy — conducive to health
gezond ordentlich healthy — significant, hefty
gezond gesund well — in good health
gezond gesund; heil sain — Qui est de bonne constitution, qui n’a pas de tares en son organisme. Qui n’est pas altéré, qui est en bon état.

Related Translations for gezondheid