Dutch
Detailed Translations for zielkundig from Dutch to German
zielkundig: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ziel: Seele
- kundig: fähig; schlau; klug; gescheit; geschickt; kundig; tüchtig; geübt; gewandt; geschult; handlich; aufgeweckt; sachverständig; gekonnt; behende; fachmännisch; geistreich; scharfsinnig; ausgelernt; scharfsichtig; fachgerecht; fachkundig; tauglich; pfiffig; raffiniert; treffend; spitzfindig
Wiktionary Translations for zielkundig:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • zielkundig | → psychologisch | ↔ psychologique — Qui appartenir, qui a rapport à la psychologie. |
German
Detailed Translations for zielkundig from German to Dutch
zielkundig: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Ziel: doel; inzet; streven; doeleinde; mikpunt; bestemming; reisbestemming; goal; doelwit; doel bij voetbalwedstrijd; einde; meet; eindpunt; finish; eindstreep; finishlijn; voornemen; intentie; moedwil; doelstelling; eindpaal; doel-; doelvoorziening
- kundig: knap; vaardig; briljant; kundig; vindingrijk; ingenieus; kunstig; bekwaam; bedreven; geoefend; geniaal; vernuftig