Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afbeelden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afbeelden from Dutch to German

afbeelden:

afbeelden verb (beeld af, beeldt af, beeldde af, beeldden af, afgebeeld)

  1. afbeelden (portretteren; tekenen; schilderen)
    zeichnen; portrettieren; malen; abbilden; darstellen
    • zeichnen verb (zeichne, zeichnest, zeichnet, zeichnete, zeichnetet, gezeichnet)
    • malen verb (male, malst, malt, malte, maltet, gemalt)
    • abbilden verb
    • darstellen verb (stelle dar, stellst dar, stellt dar, stellte dar, stelltet dar, dargestellt)

Conjugations for afbeelden:

o.t.t.
  1. beeld af
  2. beeldt af
  3. beeldt af
  4. beelden af
  5. beelden af
  6. beelden af
o.v.t.
  1. beeldde af
  2. beeldde af
  3. beeldde af
  4. beeldden af
  5. beeldden af
  6. beeldden af
v.t.t.
  1. heb afgebeeld
  2. hebt afgebeeld
  3. heeft afgebeeld
  4. hebben afgebeeld
  5. hebben afgebeeld
  6. hebben afgebeeld
v.v.t.
  1. had afgebeeld
  2. had afgebeeld
  3. had afgebeeld
  4. hadden afgebeeld
  5. hadden afgebeeld
  6. hadden afgebeeld
o.t.t.t.
  1. zal afbeelden
  2. zult afbeelden
  3. zal afbeelden
  4. zullen afbeelden
  5. zullen afbeelden
  6. zullen afbeelden
o.v.t.t.
  1. zou afbeelden
  2. zou afbeelden
  3. zou afbeelden
  4. zouden afbeelden
  5. zouden afbeelden
  6. zouden afbeelden
diversen
  1. beeld af!
  2. beeldt af!
  3. afgebeeld
  4. afbeeldende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afbeelden [znw.] noun

  1. afbeelden (afbeelding; beeld; portret; )
    die Abbildung; Bild; Porträt; Bildnis; der Konterfei; Abbilden
  2. afbeelden (afschilderen)
    Abbilden; Abmalen

Translation Matrix for afbeelden:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abbilden afbeelden; afbeelding; afschilderen; beeld; portret; prent; scene; tafereel
Abbildung afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel grafische illustratie; visioen
Abmalen afbeelden; afschilderen
Bild afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel afbeelding; beeld; beeldhouwwerk; digitale afbeelding; doek; foto; kiek; opvoering; parade; scherm; schilderij; schildering; schilderstuk; sculptuur; show; staatsie; tableau; vertoning; visioen; voorstelling
Bildnis afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel beeld; beeldhouwwerk; beeltenis; konterfeitsel; plaatje; sculptuur
Konterfei afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel konterfeitsel
Porträt afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel
VerbRelated TranslationsOther Translations
abbilden afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen afschilderen; beschrijven; omschrijven; schetsen
darstellen afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen acteren; afschilderen; beschrijven; doen alsof; doen lijken; dramatiseren; duiden op; een rol vertolken; etaleren; figureren; komedie spelen; omschrijven; schetsen; spelen; tentoonstellen; toneelspelen; tonen; uitbeelden; uitstallen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; wijzen op; zich aanstellen
malen afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen beschilderen; lakken; schilderen; tekenen; uittekenen; verven
portrettieren afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen
zeichnen afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen aankruisen; merken; ondertekenen; paraferen; signeren; tekenen; uittekenen

Related Definitions for "afbeelden":

  1. er een tekening of een plaatje van maken1
    • hij beeldde haar af als een prinses1

Wiktionary Translations for afbeelden:

afbeelden
verb
  1. (overgankelijk) een beeldende gelijkenis maken
afbeelden
verb
  1. (transitiv) etwas visuell darstellen oder zeigen, etwa auf einem Foto oder in einer Zeichnung