Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afdrogen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afdrogen from Dutch to German

afdrogen:

afdrogen verb (droog af, droogt af, droogde af, droogden af, afgedroogd)

  1. afdrogen (droogmaken; drogen)
    abtrocknen; trocknen
    • abtrocknen verb (trockne ab, trocknest ab, trocknet ab, trocknete ab, trocknetet ab, abgetrocknet)
    • trocknen verb (trockne, trocknest, trocknet, trocknete, trocknetet, getrocknet)

Conjugations for afdrogen:

o.t.t.
  1. droog af
  2. droogt af
  3. droogt af
  4. drogen af
  5. drogen af
  6. drogen af
o.v.t.
  1. droogde af
  2. droogde af
  3. droogde af
  4. droogden af
  5. droogden af
  6. droogden af
v.t.t.
  1. heb afgedroogd
  2. hebt afgedroogd
  3. heeft afgedroogd
  4. hebben afgedroogd
  5. hebben afgedroogd
  6. hebben afgedroogd
v.v.t.
  1. had afgedroogd
  2. had afgedroogd
  3. had afgedroogd
  4. hadden afgedroogd
  5. hadden afgedroogd
  6. hadden afgedroogd
o.t.t.t.
  1. zal afdrogen
  2. zult afdrogen
  3. zal afdrogen
  4. zullen afdrogen
  5. zullen afdrogen
  6. zullen afdrogen
o.v.t.t.
  1. zou afdrogen
  2. zou afdrogen
  3. zou afdrogen
  4. zouden afdrogen
  5. zouden afdrogen
  6. zouden afdrogen
diversen
  1. droog af!
  2. droogt af!
  3. afgedroogd
  4. afdrogende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afdrogen [znw.] noun

  1. afdrogen
    Abtrocknen

Translation Matrix for afdrogen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abtrocknen afdrogen
VerbRelated TranslationsOther Translations
abtrocknen afdrogen; drogen; droogmaken
trocknen afdrogen; drogen; droogmaken doen drogen; drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen

Wiktionary Translations for afdrogen:


Cross Translation:
FromToVia
afdrogen wischen essuyer — Traductions à trier suivant le sens