Dutch
Detailed Translations for afgemat zijn from Dutch to German
afgemat zijn:
afgemat zijn verb (ben afgemat, bent afgemat, is afgemat, was afgemat, waren afgemat, afgemat geweest)
-
afgemat zijn (uitgeput zijn)
fertig sein; erschöpft sein; ausgepumpt sein-
fertig sein verb
-
erschöpft sein verb
-
ausgepumpt sein verb
-
Conjugations for afgemat zijn:
o.t.t.
- ben afgemat
- bent afgemat
- is afgemat
- zijn afgemat
- zijn afgemat
- zijn afgemat
o.v.t.
- was afgemat
- was afgemat
- was afgemat
- waren afgemat
- waren afgemat
- waren afgemat
v.t.t.
- ben afgemat geweest
- bent afgemat geweest
- is afgemat geweest
- zijn afgemat geweest
- zijn afgemat geweest
- zijn afgemat geweest
v.v.t.
- was afgemat geweest
- was afgemat geweest
- was afgemat geweest
- waren afgemat geweest
- waren afgemat geweest
- waren afgemat geweest
o.t.t.t.
- zal afgemat zijn
- zult afgemat zijn
- zal afgemat zijn
- zullen afgemat zijn
- zullen afgemat zijn
- zullen afgemat zijn
o.v.t.t.
- zou afgemat zijn
- zou afgemat zijn
- zou afgemat zijn
- zouden afgemat zijn
- zouden afgemat zijn
- zouden afgemat zijn
diversen
- ben afgemat!
- bent afgemat!
- afgemat geweest
- afgemat zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afgemat zijn:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ausgepumpt sein | afgemat zijn; uitgeput zijn | |
erschöpft sein | afgemat zijn; uitgeput zijn | |
fertig sein | afgemat zijn; uitgeput zijn | af zijn; klaar zijn; klaarzijn; voltooid zijn |