Translate algemeenheid from Dutch to German

Remove Ads

Summary

Dutch to German: more detail...

algemeenheid:
- Allgemeinheit; Gewohnheit; Gültigkeit; Sitte; Gesamtheit; Gepflogenheit; Angewohnheit
algemeen:
- allgemein; im Großen und Ganzen; gemeinsam; gemeinschaftlich; betrifft mehrere Personen; gewöhnlich; in der regel; meistens
Wiktionary:
- algemeen → generell, durchgängig, allgemein
- algemeen → allgemein, generell, gemein, gemeinsam, gemeinschaftlich

Dutch

Detailed Translations for algemeenheid from Dutch to German

algemeenheid:

algemeenheid [de ~ (v)] noun

de algemeenheid (gangbaarheid; gebruikelijkheid)
die Allgemeinheit; die Gewohnheit; die Gültigkeit; die Sitte; die Gesamtheit; die Gepflogenheit; die Angewohnheit
- Allgemeinheit [die ~] noun
- Gewohnheit [die ~] noun
- Gültigkeit [die ~] noun
- Sitte [die ~] noun
- Gesamtheit [die ~] noun
- Gepflogenheit [die ~] noun
- Angewohnheit [die ~] noun

Translation Matrix for algemeenheid:

Related Words for "algemeenheid":

algemeenheden, algemeen

algemeen:

algemeen adj

algemeen (over het geheel; generaal; globaal)
allgemein; im Großen und Ganzen
- allgemein adj
- im Großen und Ganzen adj
algemeen (meer personen betreffend; gemeenschappelijk)
gemeinsam; gemeinschaftlich; betrifft mehrere Personen
- gemeinsam adj
- gemeinschaftlich adj
- betrifft mehrere Personen adj
algemeen (doorgaans; meestal; gewoonlijk; over het algemeen; normaliter; gemeenlijk; merendeels)
gewöhnlich; in der regel; meistens
- gewöhnlich adj
- in der regel adj
- meistens adj

Translation Matrix for algemeen:

Noun	Related Translations	Other Translations
-	bedrijfsresultaat
Modifier	Related Translations	Other Translations
allgemein	algemeen; generaal; globaal; over het geheel	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
betrifft mehrere Personen	algemeen; gemeenschappelijk; meer personen betreffend
gemeinsam	algemeen; gemeenschappelijk; meer personen betreffend	bij elkaar; bijeen; eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; gedeeld; gemeenschappelijk; gezamenlijk; harmonieus; meegevoeld; met zijn allen; saamhorig; samen; solidair; tezamen; unaniem
gemeinschaftlich	algemeen; gemeenschappelijk; meer personen betreffend	eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; gedeeld; gemeenschappelijk; gezamenlijk; harmonieus; meegevoeld; met zijn allen; saamhorig; solidair; tezamen; unaniem
gewöhnlich	algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen	alledaags; courant; eenvoudig; futiel; gangbaar; gebruikelijk; geregeld; gewoon; gewoontegetrouw; grof; in een handomdraai; licht; lichtwegend; moeiteloos; natuurlijk; niets bijzonders; nietsbetekenend; nietszeggend; normaal; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ongekunsteld; op vaste tijden; ordinair; plat; platvloers; regelmatig; regulier; triviaal; vanzelf; vulgair; weinigzeggend; zonder moeite; zonder pretenties
im Großen und Ganzen	algemeen; generaal; globaal; over het geheel	globaal; in grote lijnen
in der regel	algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen
meistens	algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen	doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; meestens; overwegend; vaak; veelal

Related Words for "algemeen":

algemeenheid, algemene

Related Definitions for "algemeen":

niet van een speciale afdeling¹
- hij is algemeen directeur van deze school¹
voor of van iedereen¹
- deze wasmachine is voor algemeen gebruik¹

Wiktionary Translations for algemeen:

algemeen

adjective

im Allgemeinen, allgemein verbindlich, immer gültig
- generell → generiek; algemeen; genereel
ausnahmslos, bis zur letzten Konsequenz
- durchgängig → algemeen
überall
- allgemein → generiek; algemeen; genereel

Cross Translation:

From	To	Via
• algemeen	→ allgemein; generell	↔ general — involving every part or member, not specific or particular
• algemeen	→ allgemein	↔ general — not limited in application; applicable to a whole class or category
• algemeen	→ gemein; allgemein; gemeinsam; gemeinschaftlich	↔ commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes.
• algemeen	→ allgemein	↔ général — commun à tous les individus d’un genre, applicable à un très grand nombre de personnes ou de choses.

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Noun	Related Translations	Other Translations
Allgemeinheit	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid
Angewohnheit	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid	glimp; overlevering; traditie; vleugje; zede
Gepflogenheit	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid	overlevering; traditie; zede
Gesamtheit	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid	alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
Gewohnheit	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid	koers; overlevering; route; traditie; zede
Gültigkeit	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid	geldigheid; gelding; uitvoerbaarheid; validiteit
Sitte	algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid	overlevering; traditie; volksgebruik; zede

Translate algemeenheid from Dutch to German

Detailed Translations for algemeenheid from Dutch to German

algemeenheid:

algemeenheid [de ~ (v)] noun

de algemeenheid (gangbaarheid; gebruikelijkheid)

Translation Matrix for algemeenheid:

Related Words for "algemeenheid":

algemeen:

algemeen adj

algemeen (over het geheel; generaal; globaal)

algemeen (meer personen betreffend; gemeenschappelijk)

algemeen (doorgaans; meestal; gewoonlijk; over het algemeen; normaliter; gemeenlijk; merendeels)

Translation Matrix for algemeen:

Related Words for "algemeen":

Related Definitions for "algemeen":

Wiktionary Translations for algemeen: