Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. alleenspraak:


Dutch

Detailed Translations for alleenspraak from Dutch to German

alleenspraak:

alleenspraak [de ~] noun

  1. de alleenspraak (monoloog)
    der Monolog; Selbstgespräch

Translation Matrix for alleenspraak:

NounRelated TranslationsOther Translations
Monolog alleenspraak; monoloog alleenspraken
Selbstgespräch alleenspraak; monoloog alleenspraken

Related Words for "alleenspraak":


External Machine Translations: