Dutch
Detailed Translations for arbeidend from Dutch to German
arbeidend:
-
arbeidend (actief; bedrijvig; werkzaam; arbeidzaam; werkend; bezig)
beschäftigt; wirksam; tätig; berufstätig; geschäftig; fleißig; strebsam-
beschäftigt adj
-
wirksam adj
-
tätig adj
-
berufstätig adj
-
geschäftig adj
-
fleißig adj
-
strebsam adj
-
Translation Matrix for arbeidend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
beschäftigt | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | actief; bedrijvig; bezet; bezig; doende; druk |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
berufstätig | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | |
fleißig | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | actief; arbeidzaam; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; hardwerkend; ijverig; naarstig; nijver; noest; verwoed; vlijtig |
geschäftig | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | actief; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet |
strebsam | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | strevend |
tätig | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | |
wirksam | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam | afdoend; beslissend; overtuigend |