Dutch
Detailed Translations for baadt from Dutch to German
baden:
-
baden
Conjugations for baden:
o.t.t.
- baad
- baadt
- baadt
- baden
- baden
- baden
o.v.t.
- baadde
- baadde
- baadde
- baadden
- baadden
- baadden
v.t.t.
- heb gebaad
- hebt gebaad
- heeft gebaad
- hebben gebaad
- hebben gebaad
- hebben gebaad
v.v.t.
- had gebaad
- had gebaad
- had gebaad
- hadden gebaad
- hadden gebaad
- hadden gebaad
o.t.t.t.
- zal baden
- zult baden
- zal baden
- zullen baden
- zullen baden
- zullen baden
o.v.t.t.
- zou baden
- zou baden
- zou baden
- zouden baden
- zouden baden
- zouden baden
diversen
- baad!
- baadt!
- gebaad
- badende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for baden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
baden | baden | een bad nemen |
schwimmen | baden | onzeker zijn; twijfelen; zwemmen |
Related Words for "baden":
External Machine Translations: