Dutch

Detailed Translations for bastaard from Dutch to German

bastaard:

bastaard [de ~ (m)] noun

  1. de bastaard (hybride)
    der Hybride; der Bastard
  2. de bastaard (buitenechtelijk kind)
    der Halbblütige; der Bastard; der Bankert

Translation Matrix for bastaard:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bankert bastaard; buitenechtelijk kind
Bastard bastaard; buitenechtelijk kind; hybride
Halbblütige bastaard; buitenechtelijk kind halfbloed
Hybride bastaard; hybride mengvorm; tussenvorm

Related Words for "bastaard":

  • bastaarden, bastaards

Wiktionary Translations for bastaard:

bastaard
noun
  1. een kind dat niet geboren is uit een wettig huwelijk
bastaard
noun
  1. veraltend, heute meist abwertend, auch als Schimpfwort: nicht eheliches Kind

Cross Translation:
FromToVia
bastaard Bankert; Bastard bastard — person born to unmarried parents
bastaard Bastard; Arsch; Mistkerl bastard — contemptible etc. person
bastaard Mischling; Promenadenmischung mongrel — someone of mixed kind
bastaard Köter; Promenadenmischung mutt — a mongrel dog
bastaard Köter; Straßenköter; Promenadenmischung; Mischlingshund pooch — mongrel
bastaard Bastard; Mischrasse; Mischling; Kreuzung; Brot bâtard — (vieilli) enfant né hors mariage.