Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. domicilie:


Dutch

Detailed Translations for domicilie from Dutch to German

domicilie:

domicilie [het ~] noun

  1. het domicilie
    Domizil; der Wohnsitz
  2. het domicilie

Translation Matrix for domicilie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Domizil domicilie
Wohnsitz domicilie huis; residentie; thuis; verblijf; verblijfplaats; vestigingsplaats; woning; woonhuis; woonplaats
OtherRelated TranslationsOther Translations
gesetzlicher Wohnsitz domicilie

Related Words for "domicilie":

  • domicilies