Summary
Dutch to German: more detail...
- doorstoot:
- doorstoten:
-
Wiktionary:
- doorstoten → hereinkommen, hineinkommen, durchdringen, eindringen, eintreten
Dutch
Detailed Translations for doorstoot from Dutch to German
doorstoot:
Translation Matrix for doorstoot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Durchstoß | doorstoot |
Related Words for "doorstoot":
doorstoot form of doorstoten:
-
doorstoten (drukkend door iets heen brengen; doordrukken)
-
doorstoten (door iets heen drukken; doordrukken)
Conjugations for doorstoten:
o.t.t.
- stoot door
- stoot door
- stoot door
- stoten door
- stoten door
- stoten door
o.v.t.
- stootte door
- stootte door
- stootte door
- stootten door
- stootten door
- stootten door
v.t.t.
- ben doorgestoten
- bent doorgestoten
- is doorgestoten
- zijn doorgestoten
- zijn doorgestoten
- zijn doorgestoten
v.v.t.
- was doorgestoten
- was doorgestoten
- was doorgestoten
- waren doorgestoten
- waren doorgestoten
- waren doorgestoten
o.t.t.t.
- zal doorstoten
- zult doorstoten
- zal doorstoten
- zullen doorstoten
- zullen doorstoten
- zullen doorstoten
o.v.t.t.
- zou doorstoten
- zou doorstoten
- zou doorstoten
- zouden doorstoten
- zouden doorstoten
- zouden doorstoten
diversen
- stoot door!
- stoot door!
- doorgestoten
- doorstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorstoten:
Related Words for "doorstoten":
Wiktionary Translations for doorstoten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorstoten | → hereinkommen; hineinkommen; durchdringen; eindringen; eintreten | ↔ entrer — aller de dehors vers dedans. |
• doorstoten | → durchdringen; eindringen | ↔ pénétrer — passer à travers ; entrer fort avant. |