Dutch
Detailed Translations for drukte maken from Dutch to German
drukte maken:
-
drukte maken
Conjugations for drukte maken:
o.t.t.
- maak drukte
- maakt drukte
- maakt drukte
- maken drukte
- maken drukte
- maken drukte
o.v.t.
- maakte drukte
- maakte drukte
- maakte drukte
- maakten drukte
- maakten drukte
- maakten drukte
v.t.t.
- heb drukte gemaakt
- hebt drukte gemaakt
- heeft drukte gemaakt
- hebben drukte gemaakt
- hebben drukte gemaakt
- hebben drukte gemaakt
v.v.t.
- had drukte gemaakt
- had drukte gemaakt
- had drukte gemaakt
- hadden drukte gemaakt
- hadden drukte gemaakt
- hadden drukte gemaakt
o.t.t.t.
- zal drukte maken
- zult drukte maken
- zal drukte maken
- zullen drukte maken
- zullen drukte maken
- zullen drukte maken
o.v.t.t.
- zou drukte maken
- zou drukte maken
- zou drukte maken
- zouden drukte maken
- zouden drukte maken
- zouden drukte maken
diversen
- maak drukte!
- maakt drukte!
- drukte gemaakt
- drukte makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for drukte maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
strudeln | drukte maken | draaien; kolken; ronddraaien; wervelend binnenkomen |