Summary
Dutch to German: more detail...
- toeneigen:
- toeëigenen:
-
Wiktionary:
- toeëigenen → aneignen, usurpieren
Dutch
Detailed Translations for eigen toe from Dutch to German
eigen toe form of toeneigen:
-
toeneigen (zwemen; tenderen naar)
Conjugations for toeneigen:
o.t.t.
- eigen toe
- eigent toe
- eigent toe
- eigenen toe
- eigenen toe
- eigenen toe
o.v.t.
- eigende toe
- eigende toe
- eigende toe
- eigenden toe
- eigenden toe
- eigenden toe
v.t.t.
- heb toegeeigend
- hebt toegeeigend
- heeft toegeeigend
- hebben toegeeigend
- hebben toegeeigend
- hebben toegeeigend
v.v.t.
- had toegeeigend
- had toegeeigend
- had toegeeigend
- hadden toegeeigend
- hadden toegeeigend
- hadden toegeeigend
o.t.t.t.
- zal toeneigen
- zult toeneigen
- zal toeneigen
- zullen toeneigen
- zullen toeneigen
- zullen toeneigen
o.v.t.t.
- zou toeneigen
- zou toeneigen
- zou toeneigen
- zouden toeneigen
- zouden toeneigen
- zouden toeneigen
en verder
- ben toegeeigend
- bent toegeeigend
- is toegeeigend
- zijn toegeeigend
- zijn toegeeigend
- zijn toegeeigend
diversen
- eigen toe!
- eigent toe!
- toegeeigend
- toeeigenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toeneigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
zuneigen | tenderen naar; toeneigen; zwemen |
toeëigenen:
-
toeëigenen (zich aanmatigen)
prätendieren; anmaßen-
prätendieren verb (prätendiere, prätendierst, prätendiert, prätendierte, prätendiertet, prätendiert)
-
-
toeëigenen (stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
stehlen; klauen; abhandenmachen; rauben; wegnehmen; entwenden; hinterziehen; wegschnappen; veruntreuen-
abhandenmachen verb
-
hinterziehen verb (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen verb (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
toeëigenen (in bezit nemen)
in Besitz nehmen; aneignen; einverleiben-
in Besitz nehmen verb
-
einverleiben verb (verleibe ein, verleibst ein, verleibt ein, verleibte ein, verleibtet ein, einverleibt)
-
Conjugations for toeëigenen:
o.t.t.
- eigen toe
- eigent toe
- eigent toe
- eigenen toe
- eigenen toe
- eigenen toe
o.v.t.
- eigende toe
- eigende toe
- eigende toe
- eigenden toe
- eigenden toe
- eigenden toe
v.t.t.
- heb toegeeigend
- hebt toegeeigend
- heeft toegeeigend
- hebben toegeeigend
- hebben toegeeigend
- hebben toegeeigend
v.v.t.
- had toegeeigend
- had toegeeigend
- had toegeeigend
- hadden toegeeigend
- hadden toegeeigend
- hadden toegeeigend
o.t.t.t.
- zal toeëigenen
- zult toeëigenen
- zal toeëigenen
- zullen toeëigenen
- zullen toeëigenen
- zullen toeëigenen
o.v.t.t.
- zou toeëigenen
- zou toeëigenen
- zou toeëigenen
- zouden toeëigenen
- zouden toeëigenen
- zouden toeëigenen
en verder
- ben toegeeigend
- bent toegeeigend
- is toegeeigend
- zijn toegeeigend
- zijn toegeeigend
- zijn toegeeigend
diversen
- eigen toe!
- eigent toe!
- toegeeigend
- toeeigenen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toeëigenen:
Wiktionary Translations for toeëigenen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toeëigenen | → aneignen | ↔ appropriate — To take to one's self in exclusion of others |
• toeëigenen | → usurpieren | ↔ usurp — to seize power |