Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. eruit werken:


Dutch

Detailed Translations for eruit werken from Dutch to German

eruit werken:

eruit werken verb (werk eruit, werkt eruit, werkte eruit, werkten eruit, eruit gewerkt)

  1. eruit werken

Conjugations for eruit werken:

o.t.t.
  1. werk eruit
  2. werkt eruit
  3. werkt eruit
  4. werken eruit
  5. werken eruit
  6. werken eruit
o.v.t.
  1. werkte eruit
  2. werkte eruit
  3. werkte eruit
  4. werkten eruit
  5. werkten eruit
  6. werkten eruit
v.t.t.
  1. heb eruit gewerkt
  2. hebt eruit gewerkt
  3. heeft eruit gewerkt
  4. hebben eruit gewerkt
  5. hebben eruit gewerkt
  6. hebben eruit gewerkt
v.v.t.
  1. had eruit gewerkt
  2. had eruit gewerkt
  3. had eruit gewerkt
  4. hadden eruit gewerkt
  5. hadden eruit gewerkt
  6. hadden eruit gewerkt
o.t.t.t.
  1. zal eruit werken
  2. zult eruit werken
  3. zal eruit werken
  4. zullen eruit werken
  5. zullen eruit werken
  6. zullen eruit werken
o.v.t.t.
  1. zou eruit werken
  2. zou eruit werken
  3. zou eruit werken
  4. zouden eruit werken
  5. zouden eruit werken
  6. zouden eruit werken
en verder
  1. ben eruit gewerkt
  2. bent eruit gewerkt
  3. is eruit gewerkt
  4. zijn eruit gewerkt
  5. zijn eruit gewerkt
  6. zijn eruit gewerkt
diversen
  1. werk eruit!
  2. werkt eruit!
  3. eruit gewerkt
  4. eruit werkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for eruit werken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
los werden eruit werken los worden; losgaan

Related Translations for eruit werken